Kediri. Residentie van Midden-Java, vroeger met Madioen de Oostelijke Mantjanegaralande uit makende,welke bij het einde van den Java oorlog in 1830 door de javaansche vorsten aan Nederland warden afgestaan. Dit gewest heft eene oppervlakte van 7000 K.M.² en had ultimo 1905 eene bevolking van ± 1.775.000 zielen, waaronder ± 3000 Europeanen, bijna 13000 Chineezen, en enkele andere vreemde oosterlinge (geen Arabieren). De dichtheid der bevolking was op het eind van 1905: 253 inwoners per K.M.² De residentie wordt begrensd ten N. door Rembang en Soerabaja, ten W. door Madioen, ten Z. door den Indische Oceaan en ten O. door Pasoeroean.Kediri wordt gevormd door de vruchtbare vaei van de Brantas, welke ten W. zich langzaam verheft tot het Wilisgebergte, ten O. tot den Kloet en den Kawi, terwijl de Goenoeng Kendeng in het N. en de Goenoeng Kodoel in het Z. steil uit de vlakte verrijzen, vooral de laatste.
De Brantas (zie JAVA), loopt door het geheele gewest, dat met uitzondering van het Noordelijkste en Zuidwestelijkste gedeelte zeer vruchtbaar is en tal van landbouwproducten oplevert. De landbouw verkeert er in gunstige conditie, de bouwgrond van de Inlandsche bevolking had in 1915 een uitgestrektheid van:
a. In geregelde cultuur:
Sawahs van levend water voorzien 142.162 bouws
Sawahs van rege afhankelijk………23.717 ,,
Moerassawahs…………………….12.437 ,,
Tegalveden………………………..74.569 ,,
b, niet in geregelde cultuur……….22.862 ,,
____________
Tezamen 275.747 bouw
De opbrengst aan rijst (padi) was bij benadering 5.8900.000 pikols, d.i. gemidded 32.18 pikols per beplanten en 32.52 pikols per geslaagden bouw. Behalve padi, djagoeng, kassave, kedele, tabak en katjang, slagen er suikerriet en indogo bij uitstek. Aan de teelt van zoetwatervisch op sawahs wordt hier niet gedaan, en vischvijvers komen er zeer schaars voor. De zeevisscherij is van geen beteekenis; in 1903 waren er slechts 93 personen, die in het bezit waren van 94 prauwen. De veestapel bedroeg in 1906: hoornvee (runderen en buffels) 320.000 stuks paarden 14000; klein vee, als geiten, schapen pluimge dierte e.a., wordt vooral in het berglaad aangetroffen, en de teelt daarval is gehee als bijbedrijf aan te merken.
De Europeesche landbouw-industrie is in Kediri bijzonder ontwikkeld; 20 suikerfabriken, 128 erfpachtsondernemingen voor koffie, cacao, suikerrietbibit en kina komen er voor; verder tabaks en indigo-ondernemingen en 6 ondernemingen voor den opkoop van kapok en krosok. Ook het Gouvernement dreef er de koffie-cultuur; deze is echter steeds achteruitgegaan en te slotte geheel opgeheven.
Ook de nijverheid heft in de residentie Kediri een hooge vlucht genomen; er zijn eenige kalbraderijen, zeepziederijen, ijsfabrieken, fabrieken van minerale wateren en siroepen, stoomolieslagerijen, smederijen en houtkapondernemingen.
Hoewel men bij zooveel gelegenheid voor de inlandsche bevolking om geld te verdienem, eene groote mate van welvaart bij haar verwachten zou, is deze tengevolge van het gebruik van opium, waaraan de Kedirische Javaan in het geval zou kunnen zijn.
Het gewest wordt administratief verdeeld in 4 afdeelingen, nl.: Kediri, Berbek en Blitar met gelijknamige regentschappen en Toeloengagoeng met de regentschappen Toeloengagoeng en Trenggalek. De hoofdplaatsen zijn gelijknamig, behalve die van Berbek, die Nganjoek heet. Verder in 8 controle afdeelingen: Kediri en Paree, Toeloengagoeng, Trenggalek, Nganjoek en Kertosono, Blitar en Wlingi. Voorts heft het 24 districten en 1530 desa’s. (Hoe de verdeelig is in districte, zie men onder de namen der afdeelingen).
Een spoorweg verbindt alle afdeelingshoofd plaatsen, op Trenggalek na, met de hoofdplaats van het gewest, met Madioen en Soerabaja en met Malang, terwijl in het Noordoosten bovendien een uitgebreid stoomtramnet is: van Djombang over Paree naar Kediri; van Modjokerto over Ngoro naar Paree; van Paree westwaarts naar Papar en oostwaarts naar kepoeng. Overigens vormen breede, goed onderhouden en veelal fraai beschadduwde wegen bevondien de onderlinge verbinding der afdeelings en districtshoofdplaatsen.
Voor bijzonderheden aangaande genoemde hoofdplaatsen zie men onder de namen der afdeelingen, verder dienen genoemd te worden: Kertosono, een plaats die als snijpunt der spoorlijnen Madioen, Soerabaja en Madioen—Kediri—Blitar meer en meer in beteekenis wint, Panggoel en Prigi, beide aan de Zuidkust gelegen met gelijknamige baaien (die van Prigi word took segara wedi of Zandzee genomed). Als merkwaardigheden zijn te vermelden: Hindoe-oudheden in den omtrek van Blitar (o.a. de fraaie tjandi van Panataran), in het Toeloegagoengsche, het Pareesche en op de Pandan, een 900 M. hoegen vulkanischen berg, zich verheffende op de grens van Kediri, Madioen en Rembang (zie onder OUDHEDEN). In de nabijheid van den pandan komen ook fossiele over blijfselen voor van olifanten en andere groote zoogdieren. Zie onder PANDAN.
Kediri. Afdeeling en regentschap va de gelijknamige residentie. Zij is verdeeld in twee controle afdeelingen : Kediri en Paree, en in vijf districten : Kediri, Modjoroto, Ngadiloewih, Paree en Papar. Het is een vruchtbare streek, zoowel in de vlakte als in het gebergte (helling van den Kloet); er komen voor 39 erfpachtsondernemingen, voornamelijk voor koffie, suikerriet, peper en cacao, 3 tabaksondernemingen, o suikerfabrieken en eenige ondernemingen voor den opkoop van krosok en kapok. Ook de meeste der bij het gewest Kediri genoemde nij verheidsondernemingen worden in deze afdeeling aangetroffen eene bevolking van 1905 had deze afdeeling eene bevolking van 543.000 zielen, waaronder bijna 1500 Europeanen, 5400 Chineezen en enkele andere vremde oosterlingen (geen rabieren).
Kediri. Hoofdplaats van het gelijknamige gewest, afdeeling, regentschap en district, gelegen aan linker en rechteroever van de Brantas, welker oevers door een fraaie brug met elkander verbonden zijn. Door de verhooging der bedding van de Brantas-rivier als gevolg van de groote hoeveelheden zand, die met regens uit de Kloetravijnen (sinds de uitbarsting van 1901 werden die ravijnen met zand en asch vol geworpen) naar beneden komen, is de rivier thans voor de plaats doorwadbar en is er slechts een geul van eenige M. breedte en een paar M.diepte voor de prauwvaart overgebleven. Als gevolg van die verhoogde bedding loopt de plaats in den Westmoesen soms vele dagen lang onder. De Brantasbrug was dan wel onder water, doch door beurtelings de beide helften van de brug volgens de lengteas op tevijzelen, wardoor de drukke passage niet gestremd is behoeven te worden, heft men dit laatste kwaad verholpen. Aan den rechteroever ligt de eigenlijkekot, wr de inlndsche en ook de Europeesche wijken voorkomen, het Chineesche kamp, de regenswoning en een merkwaardig monument, “de Astana gedong”. Dit monument is een oude begrafplts voor de familie der regeten van Kediri. Een uit regelmatig gehouwen trachietblokken opgetrokken poort verleent den toegang tot eene ruimte, wrin men den uit witten steen vervdigden onderbouw ziet van een moskee, die echter lang verdwenen is.
Aan den linkeroever der rivier ligt het residentehuis met grooten tuin, en het oude fort, dat thans voor resodentiebureau is ingericht; verdertreft men er vele Europeesche woningen aan. Op 5 K.M. afstand verrijst een 475 meters hooge heuvel, G. Klotok genaamd, waarin kunstmatig gevormde grotten, sela mangling genaamd, voorkomen, die Boeddhabeelden bevatten. Zoowel inanders als grootten is voor dit doel zelfs een Chineesch altaartje opgericht.
Handel en vertier zijn te Kediri vrij levendig. Behalve met het spoor worden met de stoomtrams, handelsgoederen aangevoerd, die op de zeer levendige pasars en den man worden gebracht, en lanbouwproducten afgevoerd. Ook inlandsche nijverheid is er van beteekenis; allerei ambachten, zoo als van goud en zilversmid, koperslagers, timmerman, metselaar, mattenmaker, ledeerbereider, pottenbakker en kleermaker worden er uit geoefend. De stad ligt 60 M. hoog; hare grenzen zijn vastgesteld bij Ind. Stb. 905 no. 49; op het einde van 1905 telde zij eene bevolkig van ruim 40.000 zielen, waaronder 570 Europeanen, bijna 3800 Chineezen en ekele andere Vreemde Oosterlingen (geen Aabieren).
Kediri. District van de onderrafdeeling Tabanan, afdeeling Zuid-Bali, residentie Bali en Lombok.
Kediri. Vrij groote plaats met drukken passer aan den grooten weg tusschen Mataram en Praja. Zie LOMBOK.
Nb: Tulisan di atas diambil oleh penulis dari Enclicopedie van Nederlands Oost Indie, hal 291-292
De Brantas (zie JAVA), loopt door het geheele gewest, dat met uitzondering van het Noordelijkste en Zuidwestelijkste gedeelte zeer vruchtbaar is en tal van landbouwproducten oplevert. De landbouw verkeert er in gunstige conditie, de bouwgrond van de Inlandsche bevolking had in 1915 een uitgestrektheid van:
a. In geregelde cultuur:
Sawahs van levend water voorzien 142.162 bouws
Sawahs van rege afhankelijk………23.717 ,,
Moerassawahs…………………….12.437 ,,
Tegalveden………………………..74.569 ,,
b, niet in geregelde cultuur……….22.862 ,,
____________
Tezamen 275.747 bouw
De opbrengst aan rijst (padi) was bij benadering 5.8900.000 pikols, d.i. gemidded 32.18 pikols per beplanten en 32.52 pikols per geslaagden bouw. Behalve padi, djagoeng, kassave, kedele, tabak en katjang, slagen er suikerriet en indogo bij uitstek. Aan de teelt van zoetwatervisch op sawahs wordt hier niet gedaan, en vischvijvers komen er zeer schaars voor. De zeevisscherij is van geen beteekenis; in 1903 waren er slechts 93 personen, die in het bezit waren van 94 prauwen. De veestapel bedroeg in 1906: hoornvee (runderen en buffels) 320.000 stuks paarden 14000; klein vee, als geiten, schapen pluimge dierte e.a., wordt vooral in het berglaad aangetroffen, en de teelt daarval is gehee als bijbedrijf aan te merken.
De Europeesche landbouw-industrie is in Kediri bijzonder ontwikkeld; 20 suikerfabriken, 128 erfpachtsondernemingen voor koffie, cacao, suikerrietbibit en kina komen er voor; verder tabaks en indigo-ondernemingen en 6 ondernemingen voor den opkoop van kapok en krosok. Ook het Gouvernement dreef er de koffie-cultuur; deze is echter steeds achteruitgegaan en te slotte geheel opgeheven.
Ook de nijverheid heft in de residentie Kediri een hooge vlucht genomen; er zijn eenige kalbraderijen, zeepziederijen, ijsfabrieken, fabrieken van minerale wateren en siroepen, stoomolieslagerijen, smederijen en houtkapondernemingen.
Hoewel men bij zooveel gelegenheid voor de inlandsche bevolking om geld te verdienem, eene groote mate van welvaart bij haar verwachten zou, is deze tengevolge van het gebruik van opium, waaraan de Kedirische Javaan in het geval zou kunnen zijn.
Het gewest wordt administratief verdeeld in 4 afdeelingen, nl.: Kediri, Berbek en Blitar met gelijknamige regentschappen en Toeloengagoeng met de regentschappen Toeloengagoeng en Trenggalek. De hoofdplaatsen zijn gelijknamig, behalve die van Berbek, die Nganjoek heet. Verder in 8 controle afdeelingen: Kediri en Paree, Toeloengagoeng, Trenggalek, Nganjoek en Kertosono, Blitar en Wlingi. Voorts heft het 24 districten en 1530 desa’s. (Hoe de verdeelig is in districte, zie men onder de namen der afdeelingen).
Een spoorweg verbindt alle afdeelingshoofd plaatsen, op Trenggalek na, met de hoofdplaats van het gewest, met Madioen en Soerabaja en met Malang, terwijl in het Noordoosten bovendien een uitgebreid stoomtramnet is: van Djombang over Paree naar Kediri; van Modjokerto over Ngoro naar Paree; van Paree westwaarts naar Papar en oostwaarts naar kepoeng. Overigens vormen breede, goed onderhouden en veelal fraai beschadduwde wegen bevondien de onderlinge verbinding der afdeelings en districtshoofdplaatsen.
Voor bijzonderheden aangaande genoemde hoofdplaatsen zie men onder de namen der afdeelingen, verder dienen genoemd te worden: Kertosono, een plaats die als snijpunt der spoorlijnen Madioen, Soerabaja en Madioen—Kediri—Blitar meer en meer in beteekenis wint, Panggoel en Prigi, beide aan de Zuidkust gelegen met gelijknamige baaien (die van Prigi word took segara wedi of Zandzee genomed). Als merkwaardigheden zijn te vermelden: Hindoe-oudheden in den omtrek van Blitar (o.a. de fraaie tjandi van Panataran), in het Toeloegagoengsche, het Pareesche en op de Pandan, een 900 M. hoegen vulkanischen berg, zich verheffende op de grens van Kediri, Madioen en Rembang (zie onder OUDHEDEN). In de nabijheid van den pandan komen ook fossiele over blijfselen voor van olifanten en andere groote zoogdieren. Zie onder PANDAN.
Kediri. Afdeeling en regentschap va de gelijknamige residentie. Zij is verdeeld in twee controle afdeelingen : Kediri en Paree, en in vijf districten : Kediri, Modjoroto, Ngadiloewih, Paree en Papar. Het is een vruchtbare streek, zoowel in de vlakte als in het gebergte (helling van den Kloet); er komen voor 39 erfpachtsondernemingen, voornamelijk voor koffie, suikerriet, peper en cacao, 3 tabaksondernemingen, o suikerfabrieken en eenige ondernemingen voor den opkoop van krosok en kapok. Ook de meeste der bij het gewest Kediri genoemde nij verheidsondernemingen worden in deze afdeeling aangetroffen eene bevolking van 1905 had deze afdeeling eene bevolking van 543.000 zielen, waaronder bijna 1500 Europeanen, 5400 Chineezen en enkele andere vremde oosterlingen (geen rabieren).
Kediri. Hoofdplaats van het gelijknamige gewest, afdeeling, regentschap en district, gelegen aan linker en rechteroever van de Brantas, welker oevers door een fraaie brug met elkander verbonden zijn. Door de verhooging der bedding van de Brantas-rivier als gevolg van de groote hoeveelheden zand, die met regens uit de Kloetravijnen (sinds de uitbarsting van 1901 werden die ravijnen met zand en asch vol geworpen) naar beneden komen, is de rivier thans voor de plaats doorwadbar en is er slechts een geul van eenige M. breedte en een paar M.diepte voor de prauwvaart overgebleven. Als gevolg van die verhoogde bedding loopt de plaats in den Westmoesen soms vele dagen lang onder. De Brantasbrug was dan wel onder water, doch door beurtelings de beide helften van de brug volgens de lengteas op tevijzelen, wardoor de drukke passage niet gestremd is behoeven te worden, heft men dit laatste kwaad verholpen. Aan den rechteroever ligt de eigenlijkekot, wr de inlndsche en ook de Europeesche wijken voorkomen, het Chineesche kamp, de regenswoning en een merkwaardig monument, “de Astana gedong”. Dit monument is een oude begrafplts voor de familie der regeten van Kediri. Een uit regelmatig gehouwen trachietblokken opgetrokken poort verleent den toegang tot eene ruimte, wrin men den uit witten steen vervdigden onderbouw ziet van een moskee, die echter lang verdwenen is.
Aan den linkeroever der rivier ligt het residentehuis met grooten tuin, en het oude fort, dat thans voor resodentiebureau is ingericht; verdertreft men er vele Europeesche woningen aan. Op 5 K.M. afstand verrijst een 475 meters hooge heuvel, G. Klotok genaamd, waarin kunstmatig gevormde grotten, sela mangling genaamd, voorkomen, die Boeddhabeelden bevatten. Zoowel inanders als grootten is voor dit doel zelfs een Chineesch altaartje opgericht.
Handel en vertier zijn te Kediri vrij levendig. Behalve met het spoor worden met de stoomtrams, handelsgoederen aangevoerd, die op de zeer levendige pasars en den man worden gebracht, en lanbouwproducten afgevoerd. Ook inlandsche nijverheid is er van beteekenis; allerei ambachten, zoo als van goud en zilversmid, koperslagers, timmerman, metselaar, mattenmaker, ledeerbereider, pottenbakker en kleermaker worden er uit geoefend. De stad ligt 60 M. hoog; hare grenzen zijn vastgesteld bij Ind. Stb. 905 no. 49; op het einde van 1905 telde zij eene bevolkig van ruim 40.000 zielen, waaronder 570 Europeanen, bijna 3800 Chineezen en ekele andere Vreemde Oosterlingen (geen Aabieren).
Kediri. District van de onderrafdeeling Tabanan, afdeeling Zuid-Bali, residentie Bali en Lombok.
Kediri. Vrij groote plaats met drukken passer aan den grooten weg tusschen Mataram en Praja. Zie LOMBOK.
Nb: Tulisan di atas diambil oleh penulis dari Enclicopedie van Nederlands Oost Indie, hal 291-292
1 comments:
Dimana sy bisa mendapatkan sumber buku tulisan inu ? Mohon bantuannya untuk tulisan skripsi sy
Post a Comment
Silahkan anda berkomentar, namun tetap jaga kesopanan dengan tidak melakukan komentar spam.